Artikel 138a is het wetboek ingevoegd bij de wet van 23 december 1992, Stb. 1992, 33 (Wet computercriminaliteit), en stelt als schuldig aan computervredebreuk strafbaar hij die:
- opzettelijk;
- wederrechtelijk;
- binnendringt in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan.
Binnendringen in (deel van) geautomatiseerd werk
Er is in ieder geval sprake van binnendringen als de toegang tot het werk wordt verworven:
a. door het doorbreken van een beveiliging;
b. door een technische ingreep;
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel, of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid.
Computervredebreuk
De hier omschreven gedraging betreft het zogenaamde hacken, de computerinbraak. De strafbaar gestelde gedragingen zijn enigszins te vergelijken met die van huisvredebreuk. De benaming computervredebreuk sluit daarbij dan ook aan.
Begrip binnendringen in artikel 138a
Het woord binnendringen heeft volgens de nota naar aanleiding van het eindverslag van de Tweede Kamer dezelfde betekenis als in artikel 138: zich de toegang verschaffen tegen de onmiskenbare wil van de rechthebbende. Die wil kan blijken doordat een beveiliging is aangebracht, maar ook op andere wijze.
Begrip valse sleutel
Het begrip ‘valse sleutel’ kan zowel in letterlijke als in overdrachtelijke zin worden opgevat. Wanneer bijvoorbeeld de betreffende computer met een slot is afgesloten, is ieder niet tot de opening van dat slot bestemd voorwerp een valse sleutel (art. 90). Naar de mening van de Minister van Justitie (nota van wijziging) kan echter ook een wachtwoord onder het begrip valse sleutel vallen.
Begrippen gegevens en geautomatiseerde werk
Zie voor de begrippen ‘gegevens’ en ‘geautomatiseerde werk’ de artikelen. 80quinquies en 80sexies en de bespreking daarvan in paragraaf 12.2 (onder de kopjes Artikel 80quinquies en Artikel 80sexies).
Enkele gekwalificeerde vormen van computervredebreuk strafbaar
In artikel 138a lid 2 en 3 zijn enkele gekwalificeerde vormen van computervredebreuk strafbaar gesteld:
1. computervredebreuk, als de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen via het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt, aftapt of opneemt (art. 138a lid 2);
2. computervredebreuk gepleegd door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk (art. 138a lid 3), als de dader vervolgens:
a. met het oogmerk zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen gebruikmaakt van de verwerkingscapaciteit van een geautomatiseerd werk;
b. door tussenkomst van het geautomatiseerde werk waarin hij is binnengedrongen de toegang verwerft tot het geautomatiseerde werk van een derde.