Wel apart dat een Zweedse hoster in Nederland wordt aangeklaagd.
Het hebben van een (klant met een) webwinkel met standaard bestelformulier waar alle landen van de wereld op staan is dus al voldoende om in elk land aangeklaagd te kunnen worden?4.4.
AltusHost heeft (buiten haar pleitnota om) betwist dat de websites op Nederland
(de voorzieningenrechter begrijpt: de Benelux) gericht zouden zijn zodat AltusHost niet zou
zijn te beschouwen als een tussenpersoon in de zin van artikel 2.22 lid 6 BVIE. Dat verweer
faalt. Merkhouders hebben immers onweersproken gesteld dat Nederland op de websites is
aangemerkt als een land van waaruit de producten besteld kunnen worden en waar de pro-
ducten naar toe kunnen worden gestuurd (via een zogenaamde “drop down lijst”). Voorts
kan betaald worden met euro’s en zijn de websites in het Engels gesteld, welke taal in Ne-
derland door nagenoeg iedereen met een internetaansluiting begrepen wordt. De voorzienin-
genrechter beschouwt AltusHost zodoende voorshands als een tussenpersoon in de zin van
artikel 2.22 lid 3 en lid 6 BVIE, wiens diensten worden gebruikt voor inbreuk op de aan
Merkhouders toebehorende merken.